Ik las het op een andere site en het raakt me , vandaar dat ik het delen wil.............
Sint Jan is het laatste jaarfeest van het schooljaar. Het is een blij feest, met bloemenkransen, zang en dans, met vuur en vrolijkheid. We lijken zorgeloos te zijn en genieten van zon en buitenlucht. Maar, is dat het? Is dat het hele Sint Jansfeest, met z'n allen gezellig plezier mekan rondom een vuur? Of is er ergens een diepte aanwezig, een onderstroom die we niet firect herkennen?Laten we eens bekijken wat in het algemeen de jaarfeesten kenmerkt. Het ritme van de natuur, van de aarde, zou je in de eerste instantie zeggen. Een ritme waarin wij zelf meebewegen. Zo ervaren we in de herfst en de winter een weg naar binnen. Letterlijk door ons steeds meer in ons huis terug te trekken, figuurlijk door in toegenomen concentratie ons op onze taken toe te leggen. Overeenkomstig bewegen we in de lente en de zomer meer naar buiten. Tegelijk met het groeien en bloeien van planten en struiken zoeken we meer de buitenlucht op, denken aan vakantie en ontspaning en verliezen onze doelen wellicht even wat uit het oog.De jaarfeesten nu vormen een soort ankerpunten in het jaar waarin het ritme van de natuur even scherp naar voren komt. Ze maken ons wakker voor wat op dat moment vanuit de natuur op ons toestroomt.Er is echter meer aan de hand. Bij het bewust en doorleefd vieren van de jaarfeesten vindt er nog iets anders plaats. We beleven in onszelf dan juist iets wat recht tegenover de uiterlijke natuur staat. Zo laat het Michaƫlsfeest ons inzien hoe we tijdens de afbraak in de uiterlijke natuur juist dan innerlijke motieven of idealen kunnen ontwikkelen. Het kerstfeest op haar beurt brengt ons temidden van de diepste duisternis het geschenk van het grote licht. En het paasfeest, dat het begin van de lente ofwel van het nieuwe leven markeert, laat ons stilstaan bij de kruisiging en de dood van Christus.Kennelijk is er steeds sprake van een tegenbewegin. Deze tegenbeweging is ook steeds innerlijk van aard, en precies tegengesteld aan het uiterlijke natuurbeleven. Dat is opmerkelijk. Een extra spanningsboog ontstaat hier. Het lijkt erop dat we onszelf innerlijk het sterkst beleven als we met een uiterlijke tegenpool geconfronteerd worden.Hoe zit dat bij het Sint Jansfeest?Het is midzomer, de zon staat op haar hoogtepunt aan de hemel. We geven ons over aan licht en warmte, aan strand en water, aan bossen en buitenlucht. We ervaren de ontspanning, het even niet zo nodig hoeven. Daarbij maakt zich vaak een zekere loomheid van ons meester. Zeker als de temperaturen boven de dertig graden komen, worden we enigzins dof in ons bewustzijn.Sint Jansdag (24 juni) is de dag van Johannes de Doper. Hij was het die Jezus tot Christus doopte in de Jordaan. Hij was het die met zijn grote gestalte zoveel licht en warmte in zich droeg, die zichzelf in dienst stelde van diezelfde Christus. In zijn eigen woorden: 'Hij moet groeien, ik moet afnemen". (Joh. 3:30)Sint Jansdag is de tegenpool van de kerstnacht. Het uiterlijke licht en de uiterlijke zonnewarmte staan hier tegenover de geboorte van een nieuw innerlijk licht in de diepste duisternis.Johannes maakt zijn eigen persoon ondergeschikt aan dit nieuwe licht dat komen gaat. Alsof hij wil zeggen: laat het licht van mijn en onze uiterlijke zon afnemen, probeer de Christusimpuls (de innerlijke zon) te laten groeien.Zo is het Sint Jansfeest bij uitstek het feest van de tegenpolen. Het vormt het centrale thema daarin. De natuur treedt maximaal naar buiten. Het is verleidelijk voor ons daarin mee te gaan. Niet alleen door ons aan de zon zelf over te geven (op het strand bijvoorbeeld), maar ook door een sterke gerichtheid op ons aan de aarde gebonden ik (onze uiterlijke zon).Om onszelf niet te veel te verliezen -inzelfvergenoegzaamheid, in oppervlakkigheid- is het essentieel juist in de Sint Janstijd ons bewust te worden van ons eigen 'innerlijke licht'. Dat probeert Johannes de Doper ons aan te reiken: 'Hij moet groeien, ik moet afnemen'.Zoals dat ook in de natuur gebeurt: vanaf Kerstmis worden de dagen weer langer, schijnt de zon geleidelijk meer; vanaf Sint Jansdag worden de dagen juist korter, schijnt de zon dus minder. De periode rond het Sint Jansfeest vormt de tijd van ommekeer. Zowel voor ons persoonlijk, als in de natuur. Het zijn niet onze persoonlijke successen in de uiterlijke wereld die ons verder brengen. Die doen er in feite niet toe. Uiteindelijk valt dat weg, neemt dat af, precies zoals het aantal uren uiterlijk zonlicht afneemt. Sint Jan roept ons op ons naar binnen te keren, om het vuur en het zonlicht in onszelf te ervaren.Dat is, temidden van alle vrolijkheid en uitbundigheid, de onderstroom in het Sint Jansfeest, De boodschap om het indeze tijd van het je overgeven aan de buitenlucht, van erop uit trekken, vakantie vieren, om dan het innerlijke leven een kans te geven zich te ontwikkelen. Word je temidden van de zomerse ontspanning bewust van de tegenpool in jezelf. Vorm de uiterlijke zonneschijn, die ons loom en dof maakt, om tot een wakkere innerlijke warmte en liefde voor het leven. Ontdek dat het wezenlijke slechts zichtbaar is in het hart.
Uit:Van herfst tot zomerFred Tak
Geen opmerkingen:
Een reactie posten